dinsdag 22 november 2011

Er staat een koetje in de wei, een melk koetje.....



1 x ben ik er van beticht dat ik niet het beste voor had met Bram. Men dacht dat ik hem teveel medicatie had gegeven met couperen, omdat ik zulke hoge doseringen had toegediend. Nadat ik de vraag over zijn kwaliteit van leven oprecht en naar alle eerlijkheid had geantwoord, werden er vreselijke conclusies getrokken. Tot op de dag van vandaag zit wat we toen moesten meemaken nog steeds dwars. Niet dagelijks, maar de gedachten drijven nog te vaak boven, ondanks dat wij van alle blaam gezuiverd zijn. Ik heb geleerd niet te snel te oordelen.

Ik ken gelukkig geen ouders die niet het beste met hun kind voor hebben. Wel ken ik ouders die schreeuwen om aandacht, deze nauwelijks krijgen en de roep om aandacht wordt alleen maar sterker. Dat is naar om te zien en het komt de kinderen niet altijd ten goede.

Ook ken ik ouders die proberen alles uit de kast te trekken om hun kind te ‘redden’. Ik was ook zo iemand. De lijn tussen wat doe je voor je kind en wat doe je omdat je het niet kunt accepteren is een fijn lijntje. God zij dank kwam ik tot bezinning. Niet vanwege Bram, ik geloof niet dat ik hem teveel belast heb, maar vooral voor onze andere twee kinderen. Er ging zoveel tijd en energie in Bram zitten, ze moesten zovaak even wachten, ik realiseer me nu dat dat niet goed was. Bovendien vertoefde ik bij elkaar opgeteld minimaal 4 maanden per jaar met Bram in een ziekenhuis. Ook dat moet naar geweest zijn voor die twee.

Als je me nu vraagt of ik er spijt van heb? Nee, dat niet. Wij dachten allemaal, artsen incluis, dat het zin had. Als we de epilepsie zouden kunnen stoppen en de schade beperken, zou Bram zich kunnen ontwikkelen. Maar toen men op 6 jarige leeftijd begon te zeggen dat men niets meer voor ons kon doen, m.a.w. Bram was niet te ‘redden’, heeft het nog een tijdje geduurd eer ik dat zelf ook ging begrijpen. Alle artsen die we daarna nog zagen (noem een discipline of goeroe en ik ben er geweest) hielpen ook die hoop in stand houden tot ook zij de handdoek in de ring gooiden of wij afhaakten, soms met pure financiële redenen. Een probleem van de acceptatie van dit slechte nieuws was dat bij de conclusie geen vervolg hoorde. Geen ondersteuning, geen plan: wat doen we dan wel met dit kind? En juist daar kon ik niet goed mee om gaan. Hij was toch nog niet dood? Wij moesten wel verder, door, leven......

Zo kijk ik ook naar de ouders van Jelte. Hun gezond geboren jongen, beschadigd door geweld, moet toch te redden zijn. Of in ieder geval, redden wat er te redden valt. Ik kan me dat zo goed voorstellen!

Maar wie beschermd hen, wie neemt hen bij de hand en laat ze voorzichtig zien dat dit pad misschien geen oplossing is. Misschien gaat het ietsje beter met Jelte, maar wat moet hij hiervoor doorstaan en wat krijgt hij hiervoor terug? Wat doet het met dit gezin?

Ik kan me erg goed voorstellen dat niemand staat te springen om dit gezin het slechte nieuws te brengen. Wat ik onsmakelijk vind is het aantal mensen dat staat te springen om aan het verdriet van dit gezin geld te verdienen, veel geld........

Geen opmerkingen:

Een reactie posten