Zodra het weer het toelaat zijn wij buiten te vinden met Bram. Door de hoge waterstand zijn de wandelpaden nog altijd niet goed begaanbaar, dus fietsen we veel. Nu het Lente is, komen we weer steeds vaker mensen tegen onderweg. Wij wonen in een groen en relatief klein dorp in de achterhoek, met in en om het dorp vele B&B’s.
Wij zijn bekenden in ons dorp. We groeten elkaar, maar gaan ook gewoon onze gang. Ik parkeer Bram zonder angst met zijn fiets buiten een winkel of op de gehandicapten parkeerplaats bij de supermarkt. Als de B&B’s vol zitten, de mensen het Museum bezoeken en de terrasjes weer voller worden, merk ik dat als we door het dorp fietsen. Mensen gluren, staren, wijzen, overleggen samen en knikken ons gelukzalig en bemoedigend toe. Soms worden we erop gewezen dat we Bram niet alleen kunnen laten en zeker niet op een invalide parkeerplek zonder kaart!
Dit weekend was Bram zijn broer er niet om met hem te fietsten, dus was het mijn taak. Ik trakteerde ons samen op een cappuccino en een chocomel in het dorp. En zoals altijd is er dan altijd wel iemand die Bram aanspreekt. Bram die niet reageert, valt op. “Wat heeft hij?”, volgde daar al vlot op. Ik gaf een vaag antwoord en daar bleef het gelukkig bij. Soms zijn mensen zo vrijpostig dat ze zelfs willen weten hoe het met zijn levensverwachting zit. Dit weekend was het duidelijk Pasen. Er had nog iemand op het terras meegeluisterd. Met een zachte stem werd mij toevertrouwd dat er gebedsgenezers zijn die echt wonderen kunnen verrichten. Ze wees daarbij nadrukkelijk naar Bram. Ze kon mij digitaal in contact brengen met een hele goede, in Afrika…
Komt ze nu mee, precies 25 jaar nadat zijn epilepsie begon. Toen was het ook Pasen, begin April.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten