vrijdag 20 mei 2011

De natuur is één grote snackbar

Het is hard en het is moeilijk te begrijpen, dus als je een net uitgevlogen jong vogeltje in nood ziet, dan wil je helpen.  Winter (hond) was in de tuin, gewoon lekker aan het spelen, met een ……kikker? Max vliegt naar buiten om de kikker te proberen te redden van het spel van Winter.

Hij komt terug rennen met iets bruins in zijn handen: het leeft nog, mamma, het is een klein vogeltje!! In zijn handen houdt hij een mini vogeltje, mini staartje, klein breed oranje snaveltje, kleine zwarte verschrikte kraaloogjes die je aankijken. Snel gaan we alle vogelhuisjes af om te kijken of daar broertjes en zusjes in zitten, maar helaas er zitten allemaal andere typjes in die ons angstig aankijken, geen familie.

Joosje zit huilend op het terras en met een minder charmante stem: ik wil het vogeltje ook eens vast houden, het is niet eerlijk, ik heb nog nóóit een jong vogeltje vast gehouden, enz. enz.

We gaan binnen een doosje zoeken om hem in te doen, zodat we even kunnen nadenken wat te doen. Onder tussen heeft Max, tegen mijn advies in, Joosje toch het vogeltje gegeven om ook even vast te houden. En wat doet die domme tuttebel, die laat hem op haar vlakke hand zitten en hups daar fladdert het jonge dingetje door de keuken. Op de knieën er achteraan, maar hij is telkens net te vlug. Bidi (ook hond) vond ons maar prutsers en heel trefzeker had zij HAP het vogeltje in haar bek. Door ons gegil liet ze het van schrik weer vallen en daar lag het, een klein epileptisch trekkend vogeltje…….

Bij de kinderen sloeg de paniek, hysterie en het verdriet toe. Met zijn tweeën wilden zij zich boos op Bidi storten: stomme hond, moordenaar….. Snel leg ik uit dat Bidi daar niets aan kan doen, dat is haar natuur, zo gaat dat in de natuur, het is net één grote snackbar, iedereen eet elkaar op. Als een Wolf Bidi tegenkomt, wordt Bidi ook opgegeten……

Joos weer helemaal hysterisch: maar dan heb ik het vogeltje vermoord, ik ben een moordenaar….

Inmiddels wordt er tussen de tranen door, met hier en daar een snik, druk gesproken en een plan gesmeed. In het doosje wordt een nestje gemaakt van theedoeken en het vogeltje wordt er in gelegd. Er zit nog een heel klein beetje leven in. Zijn hartje wordt al rustiger, zegt ze nog. Het doosje wordt op een donkere plek gezet en er wordt gehoopt, gesmeekt om een wonder. Joosje kan niet stoppen met huilen en gaat in de badkamer op mijn advies even een slokje water nemen en haar handen wassen. Gillend komt ze terug: Ik denk dat ik allergisch ben voor vogeltjes, kijk maar, ik zit helemaal onder de vlekken en ze wijst op haar gezicht!?? Dat komt door het huilen schat. Ja, maar gaat het nog wel weg? Het verdriet om het jonge vogeltje maakt acuut plaats voor totale paniek om haar uiterlijk……

Met veel moeite kreeg ik de kinderen in bed. Joosje aan het bidden voor een wondervoor haar gezicht en het vogeltje en Max aan het worstelen met gedachten over euthanasie, want zo’n doodstrijd vindt hij weer erg moeilijk om te aanvaarden, net als bij Bram als hij bol staat van de epilepsie en totaal onbereikbaar is. Tijd nemen voor dit soort gesprekjes helpt gelukkig.

Wonder boven wonder zijn ze vannacht niet gaan wandelen, niemand is uit bed gekomen.
Vanmorgen werd ik (veel te vroeg) gewekt door een huilende Max. Moeizaam doe ik mijn ogen open en kijk recht in de half gesloten oogjes van ons dode vogeltje die Max koesterend in zijn hand, vlak bij mijn neus houdt.

Hij is dood mam ……..

Geen opmerkingen:

Een reactie posten